Wanneer is het allemaal begonnen? Eerlijk, ik zou het niet weten. Het ging allemaal zo langzaam.
Was het die onverklaarbare hoest die maar niet overging? Of was dat toch de schuld van het werk tussen het stof in de schrijnwerkerij en verbouwing? Was het die keer dat ik het bergje van Tongeren niet meer op kon zonder te stoppen en mijn collega van 56 achterom keek om te zien waar ik bleef? Of moest ik gewoon stoppen met roken? Was het die keer dat ik de trap op ging en 5 minuten moest wachten om de werfvergadering verder te doen, niet in staat om nog een zin te zeggen zonder naar adem te happen? Of lag dat toch gewoon aan een slechte conditie? Was het de toenemende vermoeidheid, soms in tranen omdat de dag moest beginnen? Of moest ik het allemaal een beetje langzamer aan doen en lag een burn-out om de hoek te loeren?
Een virus was het alvast niet, mijn bloed was onderzocht, astma of een allergie ook al niet, die testen hadden we ook gehad… Te veel hooi op de vork, dat zal het wel zijn. Dat en die belabberde conditie. Daar moeten we aan werken.
We zaten volop in een verbouwing, want ja, we gingen alles zelf doen. Ik sprak af met de collega’s om op vrijdag middag vrij te nemen om in het huis te kunnen gaan werken en zo op zondagmiddag een beetje te kunnen rusten. Op aanraden van de huisarts trok ik naar een fitnesscentrum om drie keer in de week mijn conditie bij te werken.
Ik nam een maand vakantie om me op ons huis te concentreren, te rusten en naar de fitness te gaan.
Dat zou moeten helpen… ja toch?
De puinzakken in ons huis werden zwaarder en zwaarder… of zo leek het althans. Opstaan en de dag beginnen leek een berg waar ik over moest. Fitness hielp ook al niet. Na een maand vroeg ik de instructeur om eens mee te kijken wat ik fout deed. Na de begeleiding keek hij toch een beetje bezorgt. Hij wou dat ik stopte, ‘Je zou eens naar een sportdokter moeten gaan, je conditie is zo slecht dat je een medisch begeleidingsprogramma nodig hebt om je conditie terug op te bouwen’. Dus terug naar de huisdokter, die ook almaar ongeruster werd. ‘We gaan naar de derde lijns-hulp’. Aangezien de eerste doorverwijzing naar een lokaal ziekenhuis naast enkele negatieve astma en allergietesten niks had opgeleverd…